Recensie CEL door
TG Vagevuur
Vrijdag 7 oktober/
CC Nova Wetteren/ Tekst & Regie: Koen Bosman
“Hoe voelt
het eigenlijk om iemand door de kop te knallen?”
TG Vagevuur brengt CEL, over
opgesloten zitten in een wereld vol mieren,
hun nutteloze bezigheden en twee meisjes die problemen hebben met
verantwoordelijkheid. Een confronterende opvoering gespeeld door Saskia
Verstiggel en Sofie Van den Bossche.
Het
toneelgezelschap brengt het verhaal van twee achttienjarige meisjes die een
aanslag plegen. Zomaar, op klaarlichte dag en op een doodnormale weekdag. Al
snel ontstaat de vraag, waarom? Daarop een antwoord vinden blijkt moeilijk te
zijn als de jongedames achteraf verklaren dat ze nu vrij zijn. Hoe kan men
vrij zijn achter de spreekwoordelijke tralies? Het zou geen
misplaatste vraag zijn, maar de actrices leggen het u duidelijk uit. De reeds
vermelde mieren zijn alledaagse
mensen die alledaagse zaken elke dag opnieuw uitvoeren. Net daar wringt het
schoentje bij de tieners, want wat is het nut van aanschuiven aan de kassa,
dagelijkse routines, werken voor bedrijven waarvan de omvang onschatbaar is en
je best doen als het einde toch voor iedereen gelijk is?
“Vous êtes presque mort…in grote
roze letters op de pilaar van een brug”. De trots was moeiteloos te
herkennen op haar gezicht toen ze deze opmerkelijke actie beschreef. Deze zin
beschrijft de dieperliggende betekenis achter de aanslag, namelijk dat we ons
leven niet alleen vullen met nutteloze zaken, maar dat we gewoonweg levenloze
levens leiden. Men wordt geboren en men sterft weer, zonder zich daartussen
ook maar één keer af te vragen of het wel nodig is om je in dezelfde clichés en
activiteiten als je honderden miljoenen medemensen te storten. De mens denkt
dus klaarblijkelijk te weinig na over zichzelf.
Verder
speelt ook het decor een grote rol, de voorstelling begint namelijk in een
afgebakend vak, gemaakt met plakband door de actrices aan het begin. Op het
einde verwijderen ze de lijnen terug, wat verwijst naar het echte vrij zijn.
Tussendoor, in het een uur durende stuk, komen bijvoorbeeld ook potgrond, een
bak water en enkele emmers te pas. Het verband tussen deze voorwerpen, de
situaties waarin ze gebruikt worden en het onderwerp is moeilijker te ontdekken,
maar het is eens iets anders dan een kaal podium.
Vervolgens
is ook het muzikale aspect van groot belang. Een drumstel krijgt een centrale
plaats op de speelvloer en de drumster neemt in zekere zin op twee manieren
deel aan het spel. Enerzijds doet ze af en toe mee samen met de
hoofdrolspeelsters, zoals met z’n drieën voor zich uit staren.
Anderzijds
zorgt haar muziek voor sfeer, als het creëren van spanning, of vormt het een
opbouw naar een nakende explosie.
Een
laatste element dat het vernoemen waard is, is de digitale klok in het midden
van de bühne. Daarop zijn steeds wisselende tijdsaanduidingen te zien of soms
helemaal niets. Veronderstellend dat deze tijdsweergaven duiden op een
ontploffing of actie lijken ze een bijdrage te leveren aan het geheel.
Dat
er na de voorstelling nog vragen door uw hoofd zullen spoken, staat als een paal
boven water, want tot slot is dat de essentie van het stuk. Mensen aanzetten
tot nadenken over datgene waarmee men bezig is, ze doelbewuster of net meer
ongeleid laten leven en proberen om hen het onbegrijpelijke te laten begrijpen.
Of men in zijn opzet slaagt kan u gerust in het midden laten, maar dat het stuk
zal nazinderen door bepaalde stukken tekst is duidelijk. Denkt u bijvoorbeeld aan: “…tegen een pijler van een brug botsen,
voelt ge da nog?”
Brecht Impens
6 ECM1
Aspirant-journalist